Heupartrose

Het kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal. Bij mensen met artrose slijt het kraakbeen meer dan normaal. Het oppervlak van het kraakbeen wordt dun, brokkelig of verdwijnt helemaal. Beschadigd kraakbeen herstelt bijna nooit meer.

Bij mensen met artrose bewegen de botuiteinden in een gewricht niet meer goed langs en over elkaar heen. Er is wrijving tussen de botten en dat doet pijn. Ook kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan op het bot. Vocht kan zich ophopen in het gewricht en omliggende weefsels. Als dat gebeurt ontstaat er zwelling. Door de pijn en de zwelling is het moeilijk om te bewegen.

Oorzaken

Er zijn 3 oorzaken van artrose:

1. Slijtage kraakbeenlaag
Het is mogelijk dat de kraakbeenlaag van het gewricht slijt door een onbekende oorzaak. Hierdoor wordt deze laag met kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het onderliggende bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Deze vorm van artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.

2. Ontstekingsreactie
Een ontstekingsreactie van het gewricht kan het kraakbeen aantasten. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij reuma. Ook hierdoor wordt de kraakbeenlaag op het botuiteinde dunner of de laag verdwijnt helemaal. Deze vorm kan op iedere leeftijd voorkomen.

3. Andere aandoening
Artrose kan ook ontstaan na een andere aandoening, zoals een botbreuk of een aangeboren heupafwijking, bijvoorbeeld de ziekte van Perthes of een heupdysplasie. Het kraakbeen kan rechtstreeks beschadigd raken, of extra snel slijten door een andere manier van bewegen. De vorm van artrose die optreedt na een botbreuk of ongeval noemen we posttraumatische artrose. Dit kan ook vele jaren na het ongeval nog optreden.

Klachten 

Pijn in uw heup en lies is de meest voorkomende klacht bij heupartrose. Dit trekt vaak door naar het bovenbeen en de knie. U voelt ook dat uw heup stijver is. Als u opstaat is de pijn erger. Dit heet startpijn. Lopen, bukken en de trap oplopen worden steeds moeilijker. De klachten nemen toe als de slijtage verergert.

In het dagelijks leven kunt u merken dat bepaalde dingen, zoals het aantrekken van schoenen en/of sokken moeilijker gaan. Dit komt door de bewegingsbeperking van uw heupgewricht.